Als je houdt van fraaie toepassingen van staal in gebouwen, dan kun je niet om de jaren ’30 heen. Het gebruik van stalen elementen in de woningbouw vierde in die jaren hoogtij. Ook vandaag de dag is het interessant om bij de bron te gaan kijken, hoe je op een stijlvolle manier staal toe kunt passen.
Jaren dertig woningen zijn nog steeds populair en raken nooit uit de gratie. Dat is niet voor niets, concludeerde ik tijdens mijn studie Architectuur. De combinatie staal, beton en metselwerk, toegepast volgens de principes licht, lucht en hygiëne, blijft mensen aanspreken.
Complete wijken werden in deze periode ontworpen door hele knappe architecten. Voor het eerst mochten zij óók voor de ‘gewone man’ iets stijlvols ontwerpen, in lijn met het modernistische gedachtengoed.
De productie van goede bouwmaterialen op industriële schaal, maakte dit mogelijk. Er kon beter en goedkoper gebouwd worden, met bijvoorbeeld grote overspanningen met gebruik van staal en beton.
Staal neemt vlucht in jaren ’20 woningbouw
Het gebruik van staal kwam na de jaren ’20 in een stroomversnelling. Waar voorheen vaak nog gietstaal geklonken moest worden, zoals bij de Eifeltoren, kon nu warmgewalst staal gelast worden, geproduceerd in hoogovens. Dit materiaal gebruiken we nu nog steeds.
Wat ‘mooi’ gevonden werd, veranderde na 1900
Daar kwam bij dat het bon ton werd om de constructie zichtbaar te maken in gebouwen. Onder invloed van stromingen zoals het Constructivisme, kreeg je voor het eerst op grote schaal ook staal in zicht.
Een hele ommekeer, als je bedenkt dat vóór 1900 de architectuur best conservatief was, met veel gebruik van ornamenten. Waar mensen vroeger kickten op hoe mooi versierd en gemetseld het geveltje was, veranderde de smaak. Wat mooi gevonden werd, veranderde.
Dit zag je terug in alle kunststromingen, met in de schilderkunst de abstractie van Mondriaan als een van de duidelijkste voorbeelden. Dit werd de algemeen geaccepteerde smaak.
Nieuwe Haagse School
De vormentaal die zo opvalt in jaren ’30 architectuur, vloeit voort uit het moderne gedachtegoed waar we ons tot op de dag van vandaag in herkennen. Bekende architectuurstromingen als Bauhaus en de Nieuwe Haagse School zijn hierop gestoeld.
In de jaren ’30 werd er bijvoorbeeld ontzettend goed nagedacht over hoe je repeterende vormen in kon zetten, om een interessant oppervlak te krijgen. En het werkt. Want we zijn er nog steeds dol op.
De ontwerpen, de toepassingen en het procedé fascineren me al decennia. Ik laat je graag een paar voorbeelden zien, van hoe men in de jaren dertig staal creatief en mooi toepaste in de woningbouw.
Stalen kozijnen van jaren dertig woningen
Wat opvalt bij de kozijnen en ramen hierboven, is de uitgekiende vlakindeling. Deze is zorgvuldig in balans. De kozijnen en ramen vormen een interessante en gebalanceerde compositie, uitgetekend in ultraslanke lijnen.
Stoeltjesprofiel
In de jaren ’20 vond men het zogenoemde ‘stoeltjesprofiel’ uit. Hiermee konden ze stalen kozijnen maken. Dit werd in de jaren ’30 veelvuldig toegepast, met een karakteristieke uitstraling van gebouwen tot gevolg. Je kunt met deze profielen namelijk bijzonder slank werken en toch een sterk geheel krijgen.
Deze profielen maakten grotere raamoppervlaktes mogelijk. Waar men voorheen de hoogte in moest om licht binnen te krijgen, was het nu technisch haalbaar om ook de breedte in te gaan. De zogenoemde bandramen verschijnen vanaf die tijd veelvuldig in het straatbeeld.
Hoog en slank trappenhuis
Dit is een mooi voorbeeld van hoe je zoveel mogelijk licht bij een trappenhuis naar binnen kunt laten komen.
Het gaat hier niet slechts om een harmonieuze indeling van vlakken, maar er is naar gestreefd om optisch hoogte aan het gebouw toe te voegen. Dit alles is heel subtiel gedaan, dankzij de slanke kozijnen.
Slanke stijlen
Men maakte destijds de horizontale en verticale stijlen zo slank mogelijk. Er moest zo veel mogelijk licht binnenkomen en het raamwerk mocht niet de boventoon voeren in het ontwerp.
Wel werd het raamwerk subtiel ingedeeld. Dit had niet alleen een esthetische functie, maar ook een praktische. Ramen moesten bijvoorbeeld open kunnen. De stalen kozijnen zijn dus wel degelijk een element in het beeld.
Experimentele raamindeling
Hier valt de experimentele indeling van de ramen op. Let op de lijnen die niet doorlopen en de extra stijl in het raam. Er is veel moeite gedaan om het klepraampje ultraslank te houden, ondanks de water- en tochtkeringen. Overigens tochtten de ramen in die tijd enorm.
Een mooi detail is ook het lekdorpeltje boven het naar buiten draaiende raam.
Stopverf in stalen kozijnen
Heel kenmerkend voor stalen kozijnen uit de jaren ’30, is het gebruik van stopverf. Dit werd al heel lang gedaan in houten kozijnen en men heeft dit procedé overgenomen in stalen kozijnen. Het was een tijdrovend proces, maar arbeid was niet zo duur. Zeker voor enkel glas voldeed het.
We kunnen de authentieke look van die stopverf vandaag de dag imiteren, maar gebruiken daarvoor een moderne kit. Een ideale oplossing voor renovatie van stalen kozijnen in een jaren ’30 woning.
Balkonhekken en balustrades jaren ’30
Bij hekwerk en balustrades werd in de jaren ’30 vaak gezocht naar eenvoud. Het hek moest een aanvulling zijn op het metselwerk. Dit zie je bij talloze gemetselde muurtjes van voortuinen van jaren ’30 woningen, waarboven een simpele metalen buis is aangebracht.
Toch zijn er ook fraaie voorbeelden, waar het metselwerk slechts de basis is voor een heel stijlvol hekje. Het hekwerk vormt dan een visuele omlijsting of transparante afzetting.
Zorgvuldig ontworpen balkonhek
In balustrades uit de jaren dertig zitten vaak heel subtiele ornamentjes. Patronen zijn belangrijk in het ontwerp. Soms wordt een element toegepast om het patroon eventjes te onderbreken, om het interessant te maken. Zo’n element kan ook een begin of hoek aanduiden. Zoals bij het balkonhek hierboven.
Dergelijke details maken het verschil tussen een heel ‘gewoon’ hekje met repeterend patroon, en een luxe hekje. Het zorgvuldige ontwerp maakt het hekwerk heel charmant.
Nieuw balkonhek, jaren '30 stijl
Zou jij zeggen dat het hek hierboven, nieuw gemaakt is? Je kunt perfect een stalen tuin- of balkonhek in jaren ’30 stijl laten (na)maken. Zó authentiek, dat zelfs puristen het verschil niet zien. Het is interessant om te overwegen bij de renovatie van je jaren dertig woning.
Tuinmuurtjes van veel jaren ’30 woningen zijn bijvoorbeeld nogal sober: een muurtje met een stalen buis erboven. Een luxe hekwerk of balustrade is een uitstekende manier om extra charme aan te brengen. Ook de uitstraling van een nieuwbouwwoning in jaren dertig stijl kun je met zo’n hek effectief versterken.
Tuinhek jaren dertig
Dit blauwe tuinhek is een mooi voorbeeld van hoe het hekwerk een transparante afscheiding vormt. Hier spreekt de karakteristieke vormentaal uit de jaren ’30. Strak, zakelijk maar niet sober. Met aandacht en zorg ontworpen, waarbij een goede balans is bereikt tussen funtionaliteit en esthetiek. Typisch voor die tijd is ook het gedurfde kleurgebruik (bekijk meer voorbeelden daarvan)
Je zou zo aan dit bruggetje voorbij lopen. Toch gebeurt hier iets moois. Dit is niet zomaar een bankje met een muurtje en een balustrade. Dit is een toegepaste compositie.
Het bankje is ingemetseld en het muurtje is laag gehouden, met een transparante balustrade erop en een penant ernaast. Kijk hoe het staal wordt opgenomen in het metselwerk en het geheel complementeert. Alles is perfect in balans en dat is heel knap. Ik vind het fantastisch dat zoiets alledaags, zo goed is ontworpen.
Hekjes en poorten van jaren ’30 voortuinen
In dit poortje van een jaren ’30 voortuin zijn allerlei grafische elementen toegepast. Ik vind dit weer een heel mooi voorbeeld van de vormentaal uit die periode. Dat zit ‘m in het lijnenspel en in de zorgvuldige verhoudingen. Er is gezocht naar een compositie die interessant en tegelijkertijd in balans is, zoals ook een graficus zou doen.
Denk eens aan affiches uit die tijd, zoals dit schitterende Bauhaus affiche van een tentoonstelling uit 1923. Zie je de overeenkomst?
Poortje met stijlvol ornament
Bij dit poortje van een jaren ’30 tuin voert het metselwerk de boventoon. Toch is in het staalwerk wel degelijk een ornament toegepast, om het geheel op een stijlvolle manier te verfraaien.
Stalen trapleuning jaren ’30 stijl
De verdeling van de spijlen maakt van deze trapleuning een abstracte sculptuur, mooi!
Het leuke is: dit soort architectonische details kom je in Den Haag tegen in talloze trappengalerijen van sociale woningbouw uit de jaren ’20 en ’30. Hele wijken zijn daar gebouwd volgens de bouwstijl van de Nieuwe Haagse School.
Ook de ‘gewone man’ mocht stijlvol wonen, vond men in die tijd. Er werd echt iets moois van gemaakt. Dat kon ook, omdat het redelijk goedkoop werd om met staal en beton te gaan werken, dankzij gietmallen en andere innovaties.
Trapleuning met kubistische krul
Deze decoratieve trapleuning lijkt in tegenspraak te zijn met het gedachtegoed van het Modernisme, dat zich afkeerde van overbodige versieringen. Deze leuning laat zien dat er wel degelijk ornamenten werden toegepast, maar op een minimalistische manier.
Waar de balustrade voorheen – bij wijze van spreken – moest eindigen in een geboetseerd engeltje, krijgen we nu een kubistische krul. Dat is toch mooi?
Jaren '30 stijl is tijdloos
Het is moeilijk uit te leggen waarom dingen ‘mooi’ zijn en waarom de architectuur uit de jaren ’30 zo tijdloos is.
Je moet zaken altijd in een tijdgeest zien, om te begrijpen waarom ze destijds toegepast zijn. Je krijgt zo steeds meer waardering voor hoe men destijds met ontwerpen en materialen om is gegaan. De kennis van toen gebruiken we nog altijd.
Stalen hekwerk of kozijn laten maken in jaren dertig-stijl
Wil je een stalen tuinhek, balustrade of kozijn laten maken in jaren dertig-stijl? Neem dan contact op met Metaalbedrijf Stuk van Staal. Een kopie van een bestaand ontwerp of een eigen (her)interpretatie, passend bij uitstraling van je pand: samen komen we tot de mooiste oplossing.
© Stukvanstaal.nl